Hoewel het weer het nog weinig laat zien, is het toch al echt lente, en daarmee is het wereldkampioenschap voet bal echt niet meer ver weg. De Rode Duivels mogen zich voorbereiden op een lang toernooi, want dat het nationale team het tot de laatste rondes gaat schoppen staat wordt eigenlijk door niemand betwist. Terecht, als je kijkt naar het kwaliteit en talent in de ploeg van Roberto Martínez. Onterecht als je kijkt naar het verleden en ziet dat de Rode Duivels een favorieten rol nooit waar kunnen maken, en dat de uitstekende individuele spelers niet altijd goed op elkaar zijn ingespeeld. Op dinsdag 27 maart speelde België thuis tegen Saoedi Arabië, dat zich ook wist te plaatsen voor het WK in Rusland. Was er sprake van een team, een ploeg, een machine? Of waren er elf individuen op het veld, gebrand op eigen succes?
De oefenwedstrijden zo vlak voor het toernooi zijn altijd van groot belang en een goede graadmeter van de staat van zaken. Maar is een Saoedi Arabië een serieuze tegenstander ? Zijn de resultaten tegen zo’n ploeg representatief, hebben ze enige voorspellende waarde? Saoedi Arabië liet in de kwalificaties Thailand, Irak, de Verenigde Arabische Emiraten, en Australië achter zich. Op zich een knappe prestatie, maar de poule is toch nauwelijks een poule des doods te noemen. Saoedi Arabië zal, op z’n best, de rol van lichtgewicht vertolken op het WK 2018 in Rusland.
Het verschil in kwaliteit tussen beide teams was goed te zien op dinsdag 27 maart in het Heizelstadion in de vriendschappelijke interland tussen België en Saoedi Arabië. Maar als je kijkt voorbij dit verschil in kwaliteit, wat zie je dan? Dan zie je dat er een Belgisch nationaal team staat dat best heel aardig op elkaar is ingespeeld. Dan zie je dat onze Rode Duivels de capaciteiten hebben met één strategische pass gevaar te brengen voor het doel van de tegenstander, en dan zie je een team waarin spelers niet slechts voor eigen succes gaan. Het is hoopgevend, maar we mogen ons niet laten verleiden onszelf in de favorietenrol te plaatsen. De positie van underdog is prima positie.
We hebben met Kevin de Bruyne, Romelu Lukaku, en Eden Hazard spelers in huis die niet alleen kunnen scoren, maar ook het intellectuele vermogen hebben met één pass een tegenstander in verlegenheid te brengen. Er zijn genoeg teams die verlegen zitten om zulke talenten. Het is een luxe dat de Rode Duivels ervoor kunnen kiezen een speler als Michy Batshuayi pas als invaller in te brengen. Lukaku scoorde twee maal, en heeft in de laatste zes interlands nu tien keer gescoord, ook een luxe.
De vier tegen nul einduitslag doet niet helemaal recht aan de werkelijkheid. De werkelijkheid was dat België veel meer kansen kreeg. De tweetakt Hazard en Lukaku draaide op volle toeren en ook Dries Mertens zat prima in de wedstrijd. Het was een wedstrijd voor de aanvallers doordat Saoedi Arabië hoog opschoof. Hierdoor ontstond er veel ruimte in de spits van het team, en hierdoor was het prijsschieten. Dat de score niet verder opliep aan Belgische kant was haast een wonder.
De vriendschappelijke match op 27 maart was de afsluitende wedstrijd van een reeks oefen interlands. De eerder gespeelde vriendschappelijke wedstrijden tegen Mexico en Japan gaven nauwelijks rede tot optimisme. Sterker nog, de match tegen Mexico legde het gebrek aan teamspirit haarfijn bloot toen Kevin De Bruyne stevige kritiek uitte op bondscoach Martínez over de gehanteerde tactiek. Ook Thibau Courtois deelde die kritiek. Van Mexico werd destijds niet gewonnen, de Rode Duivels kwamen niet verder dan een 3-3 gelijkspel. Een tegen Japan, toch niet bepaald een voetbal natie, kon het Belgisch nationale team nauwelijks potten breken, verder dan een 1-0 overwinning kwam het niet. Na deze wedstrijden gingen ook binnen het team stemmen op om meer te focussen op het team, en minder op de individuele kwaliteiten.
Bondscoach Roberto Martínez lijkt naar deze kritiek te hebben geluisterd. Op 27 maart 2018 stuurde hij een meer coherent team het veld van het Heizelstadion op, en koos hij ervoor een individueel talen als Radja Nainggolan op de bank te laten beginnen. Een tactiek die, zo lijkt nu, zijn vruchten af heeft geworpen. Maar hoe gaan de Rode Duivels presteren bij een sterkere tegenstander? Wat gaat er gebeuren bij een opponent die de verdediging op slot gooit en de ruimtes voorin klein houdt? Staat er in zo’n geval een team op de grasmat die de opdrachten van de coach eendrachtig uitvoert? Of gaan spelers in zo’n geval weer over tot individueel haantjesgedrag?
De wedstrijd tegen Saoedi Arabië heeft Roberto Martínez genoeg stof tot nadenken gegeven. De bondscoach heeft nog tot begin juni om de resultaten van 27 maart om te zetten in een nieuwe strategie. Deze strategie kan hij dan testen tijdens vriendschappelijke wedstrijden tegen Portugal op 2 juni, Egypte op 6 juni en Costa Rica op, 11 juni. De vraag is welke individuele talenten Martínez moet passeren met het oog wil hij een team op het veld zetten met spelers die op elkaar zijn ingespeeld. Dat dit gaat leiden tot gevoelens van onenigheid is haast niet vermijden.
Onze Rode Duivels beginnen hun WK op 18 juni 2018 met een match tegen Panama, op 23 juni volgt Tunesië en op 18 juni volgt Engeland. De nummers één en twee van de poule mogen door naar de achtste finales, en dat lijkt in deze poule voor België niet onhaalbaar. De vraag lijkt vooral of de Rode Duivels van Engeland kunnen winnen en daarmee de eerste plaats in de poule kunnen verwerven. Het is in het verleden vaker voorgekomen dat een veelbelovend Belgische equipe op het eindtoernooi geen potten kon breken daar het ontbrak aan teamgevoel, dat er nu steviger ingezet gaat worden op een goedlopend team is daarom niet meer dan logisch, en met een andere strategie zullen de Rode Duivels ook niet ver komen.